Stichting Accent

Orthopedagogische dienst

Accent heeft sinds 2008 een eigen orthopedagogische dienst (OPD).
De OPD is werkzaam vanuit de speciale basisschool nieuwHessen in Aalten. Binnen deze dienst zijn een orthopedagoog en een psychodiagnostisch medewerker werkzaam.
Accent legt met de OPD korte lijnen naar de Accentscholen waar het gaat om de leerlingenzorg. De OPD is er voor alle hulpvragen betreffende de leerlingenzorg. 
Soms is het nodig om nog een completer beeld te krijgen van de hulpvraag van het kind. Om dit te realiseren werkt de OPD samen met de hieronder vermelde specialisten. 

Specialisten:
Danny Kempinga, fysiotherapeut
Joléne Steverink, logopedist
Ruud Terwiel, schoolmaatschappelijk werker. 

Aanvullend onderzoek en advisering door de hiervoor vermelde specialisten  is mogelijk op advies van de orthopedagoog van Accent

Bestuursbureau

Een belangrijk uitgangspunt van de stichting Accent is om de scholen in staat te stellen zich in voldoende mate te kunnen concentreren op hun primaire taak nl. het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs.
Hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor het bestuursbureau dat stichtingsbreed zorgt voor een aantal randvoorwaarden zoals personeelsbeleid, financiën, huisvesting, onderwijs en kwaliteitszorg.
Het bestuursbureau ondersteunt het College van Bestuur, de schooldirecteuren en de andere geledingen binnen de stichting.

Het bestuursbureau kent behalve een secretariaat de volgende diensten:

Onderwijs en kwaliteitszorg.
Orthopedagogische Dienst.
AccentAcademie.
Personeel en organisatie.
Algemeen beleid waaronder huisvesting
Financiën en beheer.

Samenwerking tussen directeuren

Het schoolspecifieke beleid wordt ingekleurd door de schooldirecteur samen met zijn team, medezeggenschapsraad en ouderraad. De inhoud van dit beleid is gebaseerd op de door het College van Bestuur vastgestelde kaders. De kaders komen tot stand via de beleidsvoorbereidende werkzaamheden van het directeurenoverleg onder leiding van de voorzitter van het College van Bestuur.

Op het niveau van de school is de schooldirecteur integraal verantwoordelijk. Integraal verantwoordelijk wil in dit verband zeggen dat de schooldirecteur verantwoordelijk is voor alle beleidsterreinen, beschikt over eigen budgetten en als gevolg daarvan bevoegd is tot het nemen van beslissingen. Hij/zij beslist alles overwegende en gehoord hebbende. Ook als de meerderheid van het team ergens voor of tegen is, is het de beslissing van de directeur die wel of niet te volgen.

Degene die de directeur kan aanspreken op beslissingen is het College van Bestuur. De relatie wordt in zakelijke zin gekenmerkt door “sturen op resultaat “
In de praktijk betekent dit dat er tussen het College van Bestuur en de schooldirecteur afspraken worden gemaakt over verbeterpunten die door de school in een bepaalde tijdsperiode dienen te worden gerealiseerd.
In het directeurenoverleg vindt overleg plaats tussen het College van Bestuur en de schooldirecteuren.
Er worden allerlei zaken op elkaar afgestemd, gepland en er wordt beleid ontwikkeld en voorbereid. Het overleg functioneert als een forum voor beleidsontwikkeling en voor het genereren van draagvlak. Met de inrichting van het directeurenoverleg ontstaat er een structurele afstemming van beleid tussen het College van Bestuur en de schooldirecteuren en tussen de schooldirecteuren onderling.
Vanuit het directeurenoverleg kunnen bovenschoolse werkgroepen worden samengesteld. Deze werkgroepen functioneren als denktank voor het oplossen van allerlei knelpunten en het bedenken van innovaties. Zij hebben een beleidsvoorbereidende functie en worden naar behoefte ingesteld.
Het directeurenoverleg is geen besluitvormend orgaan. Het College van Bestuur beslist alles overwegende en ieder gehoord hebbende.

In het directeurenoverleg vindt overleg plaats tussen het College van Bestuur en de schooldirecteuren.
Er worden allerlei zaken op elkaar afgestemd, gepland en er wordt beleid ontwikkeld en voorbereid. Het overleg functioneert als een forum voor beleidsontwikkeling en voor het genereren van draagvlak. Met de inrichting van het directeurenoverleg ontstaat er een structurele afstemming van beleid tussen het College van Bestuur en de schooldirecteuren en tussen de schooldirecteuren onderling.
Vanuit het directeurenoverleg kunnen bovenschoolse werkgroepen worden samengesteld. Deze werkgroepen functioneren als denktank voor het oplossen van allerlei knelpunten en het bedenken van innovaties. Zij hebben een beleidsvoorbereidende functie en worden naar behoefte ingesteld.
Het directeurenoverleg is geen besluitvormend orgaan. Het College van Bestuur beslist alles overwegende en ieder gehoord hebbende.